Commando’s in het rekenblad

Bovenaan het rekenbladvenster bevindt zich het hoofdmenu. De meeste commando’s uit het hoofdmenu vindt u ook in de contextmenu’s. Klik met de rechtermuisknop op een rijnummer, kolomletter of cel om een contextmenu te openen.

Worksheets05948.png

Rekenbladmenu

Commando

Omschrijving

Bestand

 

Herreken alle rekenbladen

Selecteer dit commando om alle formules in alle rekenbladen (zowel open als gesloten) opnieuw uit te voeren, zodat alle waarden in de cellen bijgewerkt worden. U kunt dit commando ook oproepen in een rekenblad dat als een afbeelding in de tekening werd geplaatst. Klik met de rechtermuisknop op de afbeelding van het rekenblad en selecteer Herreken in het contextmenu.

Herreken actieve rekenblad

Selecteer dit commando om alleen de formules in het actieve rekenblad opnieuw uit te voeren.

Toon rekenblad in tekening

Gebruik dit commando om het geselecteerde rekenblad in de tekening te tonen en mee af te drukken.

Importeer rekenblad

Selecteer dit commando om gegevens in het huidige rekenblad te importeren (zie Rekenbladen importeren).

Exporteer rekenblad

Selecteer dit commando om gegevens in het huidige rekenblad te exporteren (zie Rekenbladen exporteren).

Instellingen

Hiermee opent u het dialoogvenster ‘Voorkeuren rekenblad’.

De velden Koptekst, Voettekst en Marges zijn enkel van toepassing op afgedrukte rekenbladen.

Vink de optie Toon rasterlijnen aan om het raster van het rekenblad weer te geven.

Vink de optie Kolom-en rijhoofden afdrukken aan om kolom- en rijhoofden van rekenbladen mee af te drukken.

Vink de optie Hoofding recordrijen afdrukken aan om de hoofdregels van recordrijen mee af te drukken.

Vink de optie Automatische herrekening aan om de functies in het rekenblad opnieuw te berekenen na het aanpassen van een celwaarde.

Bepaal in het veld Resolutie afbeeldingen de resolutie (aantal pixels per inch) van in cellen geïmporteerde afbeeldingen (Vectorworks-uitbreidingsmodule vereist). Resoluties hoger dan 150 DPI resulteren in een hogere kwaliteit, maar ook in een tragere verwerking en toegenomen bestandsgrootte.

Klik op de knop Opmaak tekst om het lettertype en de tekstgrootte te bepalen.

Bladinstellingen

Selecteer dit commando om het dialoogvenster ‘Bladinstellingen’ te openen. Dit is praktisch identiek aan het standaard dialoogvenster ‘Bladinstellingen’, op de parameter Passend maken na. Hiermee kunt u het rekenblad aanpassen aan de afdrukpagina. Selecteer hoe u het rekenblad wilt afdrukken. Als u voor de optie ‘Schaal op maat’ kiest, kunt u in het veld Schaal de gewenste schaal opgeven. De verschaling gebeurt steeds op symmetrische wijze en met behoud van de beeldverhouding. De opgegeven instellingen blijven gelden voor alle toekomstige rekenbladen.

De instellingen in dit dialoogvenster beïnvloeden enkel de bladinstellingen voor het rekenblad, niet de weergave in de tekening.

Afdrukken

Gebruik dit commando om het dialoogvenster ‘Afdrukken’ te openen en het huidige rekenblad af te drukken. Dit is de enige manier om een rekenblad af te drukken, tenzij het rekenblad in de tekening getoond wordt.

Bewerk

 

Herstel

Hiermee maakt u de vorige handeling in het rekenblad ongedaan. Herhaal dit commando om meerdere handelingen ongedaan te maken.

Opnieuw

Hiermee maakt u het commando Herstel ongedaan. Herhaal dit commando om meerdere herstel-handelingen ongedaan te maken.

Knip

Hiermee kunt u tekst uit de geselecteerde cellen verwijderen en op het klembord plaatsen.

Kopieer

Selecteer dit commando om de geselecteerde tekst naar het klembord te kopiëren. De originele tekst blijft onveranderd in de cellen aanwezig.

Plak

Selecteer dit commando om een kopie van de inhoud van het klembord in de geselecteerde cel of reeks cellen te plaatsen.

Verwijder inhoud

Gebruik dit commando om de inhoud van de geselecteerde cellen te verwijderen.

Verwijder rijen

Selecteer dit commando om de geselecteerde rijen uit het rekenblad te verwijderen.

Wees voorzichtig wanneer u een rij verwijdert. Het verwijderen van cellen die deel uitmaken van een formule, kan de uitkomst van die formule beïnvloeden.

Verwijder kolommen

Hiermee verwijdert u de geselecteerde kolommen uit het rekenblad.

Wees voorzichtig wanneer u een kolom verwijdert. Het verwijderen van cellen die deel uitmaken van een formule, kan de uitkomst van die formule beïnvloeden.

Weergave

 

Hoofdregel record

Gebruik deze functie om de recordrijen in het rekenbladvenster te verbergen of weer te geven.

Rasterlijnen

Als er via het Kenmerkenpalet lijnkenmerken zijn toegekend aan het rekenblad, kunt u met deze functie de rasterlijnen tussen de cellen en de kolommen verbergen of weergeven. Dit heeft zowel effect op het rekenblad zelf als op de weergave van het rekenblad in de tekening.

U kunt de opmaak van randen tussen rijen en kolommen ook aanpassen met het commando Opmaak > velden. Schakel in dat geval de optie Rasterlijnen uit. Zie Veldopmaak.

Zoom

Zoom in en uit aan de hand van de vooringestelde zoomfactoren (50% tot 300%). De huidige ingestelde zoomfactor wordt weergegeven in de titelbalk van het rekenblad. U kunt ook het muiswiel gebruiken met ingedrukte ctrl-toets (Windows) of alt-toets (Mac) om de zoomfactor in stappen van 10% te vergroten of te verkleinen (ongeacht het opgegeven aantal regels waarmee een document moet verschuiven bij elke rolbeweging van het muiswiel).

Als u de standaardinstellingen van de muis heeft gewijzigd, is het mogelijk dat deze functie niet correct werkt. Als u bijvoorbeeld de waarde ‘0’ heeft opgegeven voor het aantal regels waarmee een document moet verschuiven bij elke rolbeweging van het muiswiel, werkt zoomen met het muiswiel niet in Vectorworks. (Welke muisinstellingen vereist zijn voor deze functie, hangt af van het type muis dat u gebruikt)

Voeg in

 

Rijen

Hiermee creëert u nieuwe rijen in het rekenblad; deze worden steeds boven de geselecteerde rij(en) ingevoegd. Het aantal rijen dat ingevoegd wordt, verandert naargelang het aantal geselecteerde rijen in het rekenblad op het moment dat u rijen invoegt.

Opgelet: Het aantal dat ingevoegd wordt, verandert naargelang het aantal geselecteerde rijen in het rekenblad op het moment dat u rijen invoegt.

Als u de rijen onderaan wenst toe te voegen, dient u de rechterbenedenhoek van het rekenblad te verslepen.

Kolommen

Hiermee creëert u nieuwe kolommen in het rekenblad; deze worden steeds links van de geselecteerde kolom(men) ingevoegd. Het aantal kolommen dat ingevoegd wordt, verandert naargelang het aantal geselecteerde kolommen in het rekenblad op het moment dat u kolommen invoegt.

Opgelet: Afhankelijk van het type celreferenties dat gebruikt werd in de formules, kan het invoegen van kolommen mogelijk de resultaten van de formules beïnvloeden.

Als u de kolommen wenst toe te voegen aan de rechterzijde, dient u de rechterbenedenhoek van het rekenblad te verslepen.

Functie

Hiermee opent u het dialoogvenster ‘Functies’. Selecteer uit de lijst de functie die u wilt invoegen in de formule (zie Formules invoeren in de cellen van een rekenblad).

Criteria

Hiermee opent u het dialoogvenster ‘Criteria’. Selecteer de criteria die u wilt invoegen in de formule (zie Het dialoogvenster ‘Criteria’).

Afbeelding

(Vectorworks-uitbreidingsmodule vereist)

Hiermee voegt u de functie AFBEELDING() toe in de formule van de geselecteerde cel (zie Afbeeldingen invoegen in de cellen van een rekenblad).

Opmaak

 

Velden

Met dit commando opent u het dialoogvenster ‘Veldopmaak’ om de opmaak en de indeling van de geselecteerde cel(len) te bepalen (zie Veldopmaak).

Kolombreedte

Met dit commando opent u het dialoogvenster ‘Kolombreedte’. Bepaal hierin de breedte van de geselecteerde cellen in de opgegeven eenheid. Klik op Standaardbreedte om de oorspronkelijke afmeting te herstellen. Als er meerdere kolommen geselecteerd zijn, worden de breedtes van de kolommen gelijktijdig aangepast.

Rijhoogte

Met dit commando opent u het dialoogvenster ‘Rijhoogte’. Selecteer hier de optie Automatisch aanpassen zodat de rijhoogte zich automatisch aan de inhoud aanpast of bepaal zelf de rijhoogte en de eenheid van de geselecteerde cellen. Als er meerdere rijen geselecteerd zijn, worden de hoogtes van de rijen gelijktijdig aangepast.

Database

 

Definieer als rekenbladrij

Selecteer dit commando om een recordrij om te zetten in een rekenbladrij. Alle subregels en de bijhorende informatie worden verwijderd. De formules in de kolommen van de hoofdregel blijven wel behouden. Dit commando heeft geen invloed op de cellen van een rekenbladrij.

Definieer als recordrij

Hiermee zet u een rekenbladrij om in een recordrij. Het dialoogvenster ‘Criteria’ wordt geopend (zie Het dialoogvenster ‘Criteria’). Dit commando heeft geen invloed op recordrijen.

Creëer/Bewerk rapport

Hiermee opent u het dialoogvenster ‘Rapport’ (voor een rekenbladrij) of ‘Rapport bewerken’ (voor een hoofdrecordrij). Geef hierin criteria op voor de selectie van objecten en gegevens voor een rapport (zie Een rapport creëren).

Stel criteria in

Hiermee opent u het dialoogvenster ‘Criteria’ (zie Het dialoogvenster ‘Criteria’). Stel hier de criteria in op basis waarvan u subrecordrijen wenst te creëren (alleen voor hoofdrecordrijen).

Bewerk criteria

Hiermee opent u het dialoogvenster ‘Criteria’ (zie Het dialoogvenster ‘Criteria’). Bewerk hier de criteria op basis waarvan de subrecordrijen gecreëerd werden (alleen voor hoofdrecordrijen).

Bewerk databaseformule

Selecteer dit commando om de formule van de recordrij in de Formulebalk te plakken zodat u deze kunt bewerken. Als u een rekenbladrij selecteerde, wordt deze omgezet in een recordrij.

Contextmenu van een rij

De meeste commando’s in het contextmenu van een rij vindt u ook in het rekenbladmenu. Onderstaande commando’s zijn alleen beschikbaar in het contextmenu.

Commando’s

Omschrijving

Selecteer objecten in tekening

Gebruik dit commando om alle objecten in tekening te selecteren die voldoen aan de criteria van de recordrij (alleen voor hoofdrecordrijen).

Selecteer object

Gebruik dit commando om één enkel recordrij-object te selecteren (alleen voor subrecordrijen).

Contextmenu van een cel

De meeste commando’s in het contextmenu van een rij vindt u ook in het rekenbladmenu. Onderstaande commando’s zijn alleen beschikbaar in het contextmenu.

Commando

Omschrijving

Sorteren

Selecteer dit commando om de subregels van een recordrij in oplopende of aflopende volgorde te sorteren, volgens de inhoud van de aangeklikte kolom. Na het sorteren verschijnt op de knop van de hoofdrecordcel een naar omhoog of omlaag wijzende pijl met een nummer. Dit nummer bepaalt welke voorrang een kolom heeft en wordt toegekend naargelang de volgorde waarin u de sortering instelt. In elke groep subregels kunt u tot 20 kolommen sorteren.

Deze instelling heeft geen invloed op cellen met afbeeldingen (Vectorworks-uitbreidingsmodule vereist).

Identieke items samennemen

Selecteer dit commando om de subregels van een recordrij samen te nemen op basis van de inhoud van de aangeklikte kolom. Als er in deze kolom subregels zijn met identieke items, worden deze gegevens samengenomen en weergegeven in één enkele rij. Na het uitvoeren van het commando verschijnt op de knop van de hoofdrecordcel het symbool Sigma.png.

Als het subtotaal van de samengenomen regels gelijk is aan dat van een van de andere kolommen, wordt deze waarde weergegeven; anders verschijnt er “---” om aan te geven dat de subregels verschillende waarden hebben voor die kolom.

Deze instelling heeft geen invloed op cellen met afbeeldingen (Vectorworks-uitbreidingsmodule vereist).

Waarden optellen

Voer dit commando uit nadat u identieke items heeft samengenomen om de waarden in een kolom op te tellen. Hierna verschijnt op de knop van de hoofdrecordcel een +-teken.

Neem als voorbeeld een record ‘Raam’ dat gesorteerd is op basis van de kolom ‘Raam ID’ en waarbinnen identieke objecten worden samengenomen. Als u het commando Waarden optellen toepast op de kolom Prijs, zal hierin de totale prijs worden weergegeven van alle ramen met een specifiek ID.

Deze instelling heeft geen invloed op cellen met afbeeldingen (Vectorworks-uitbreidingsmodule vereist).

Selecteer uit de lijst

(Vectorworks-uitbreidingsmodule vereist)

Gebruik dit commando om de gegevens van een object te wijzigen als de cel zich in een subregel van een recordrij bevindt en de kolom een veld bevat dat enkel voorgedefinieerde waarden toelaat.

Bijvoorbeeld: u wenst de dorpelstijl te wijzigen van een aantal ramen die gekoppeld zijn aan het record ‘Ramen’. Selecteer de dorpelcellen van de objecten die u wenst aan te passen en klik erop met de rechtermuisknop. Selecteer een ander dorpeltype uit de lijst met opties om zowel het rekenblad als de recordgegevens van het object te wijzigen.